Artikel door Radio 2, Noa Sneyers
In het duikcentrum Todi in Beringen laten ze Halloween niet aan zich voorbijgaan. Ze wagen zich er niet aan een griezeltocht, maar wel aan een wedstrijd pompoen carven onder water. Met duizenden vissen om zich heen sneden 20 duikers griezelige figuren uit pompoenen. Diegene die met de griezeligste pompoen boven water kwam, mocht met een nieuwe duiktas naar huis.
"Onder water carven zou makkelijker moeten, omdat de pompoenen wat zachter worden door het water", zegt Jan Verstrepen, manager van Todi die even een kijkje kwam nemen. "Enkel het blijven stilhangen in het water vergt wat oefening. Om het hen toch wat makkelijker te maken, hebben we de pompoenen op voorhand uitgehold om er soep van te maken. Onze vissen zullen kunnen genieten van stukjes pompoen die tijdens het carven loskomen."
Na 20 minuten kwamen de eerste duikers met hun pompoenen boven water. "Met een mes en een pompoen onder water zitten is niet iets wat je alle dagen doet. Het was zeker even zoeken naar de juiste techniek onder water", zegt Niel Mentens. "Ik ben best tevreden van het resultaat en ik heb serieus wat afgelachen met mijn maat Kobe."
Die was iets minder tevreden. "Het ging niet helemaal volgens plan. Ik wilde mijn naam op een speciale manier in de pompoen snijden, maar hier en daar heb ik precies wat te veel weggesneden. Hoe dan ook was het een leuke ervaring die zeker voor herhaling vatbaar is", aldus Kobe Schepers.
"Ik heb gekozen voor een simpel ontwerp", zegt Annick Gaillot, "want je zicht is onder water toch heel anders. Het was ook best spannend om met een heksenkleed te duiken, maar uiteindelijk is dat goed meegevallen."
Even later verscheen haar duikpartner Sabrina Vandepoel aan de wateroppervlakte: "Het was heel fijn om te zien hoe de vissen op ons af kwamen tijdens het carven, zo rustgevend. Zelfs het afbreken van mijn mes, wat mij een snee in mijn vinger heeft bezorgd, kon de pret niet bederven." Om de avond af te sluiten, werden alle lichten gedoofd zodat er in het donker gedoken kon worden.
